Eenmaal rond – de Britse kust

Eenmaal rond – de Britse kust


Veerboot over de rivier Dart bij Dartmouth in Devon aan de zuidkust van Engeland

Van bovenaf ziet Groot-Brittannië eruit alsof een heks op een wild varken zit: de voeten wijzen naar Cornwall, Zuid-Wales is de snuit, de rug is in East Anglia, terwijl het gezicht dat is getekend door de ruige wind van de Atlantische Oceaan met een norse blik naar het westen van Schotland wijst.

Van Machynlleth naar Durness

De lange kust van Groot-Brittannië kan stralen of industrieel somber zijn. Of je ziet gewoon de zee.

Enthousiast draai ik de contactsleutel om. Ik heb mijn kampeerspullen en camera's bij me, maar geen kaart. Ik verlaat mijn geboortestad Machynlleth, zoef door de heuvels, passeer Barmouth en Anglesey, ga verder via Llandudno en kom dicht langs de Great Orme. Plotseling is er zo veel zee dat de lucht zo zuiver aanvoelt als buiten gedroogd wasgoed. Het schiereiland Wirral is in vergelijking met het nabijgelegen Liverpool groen en rustig.

Het geweldige van motorfietsen is dat je ze kunt parkeren waar je maar wilt. Als ik naar nieuwe plaatsen reis, voel ik me net een kind – ik maak elke dag iets nieuws mee. In de arbeidersstad Blackpool zag de kust er bijvoorbeeld uit als een groot pretpark, een 'Coney Island' voor armen.

De prachtige berg Suilven in de Schotse Hooglanden

Ik zet mijn tent op in Cumbria, waar de wegen van het westelijke Lake District beginnen te hellen. Je hebt alleen maar een motorfiets, een stuk strand en iets te eten nodig en alles lijkt in orde te zijn met de wereld. Onderweg zijn biedt een nieuw perspectief waarin er alleen maar goede dingen zijn.

Ik sliep slecht in de tent, de lucht was ijskoud. Ik heb in Glasgow geen tussenstop ingelast, maar de oever van Loch Lomond herinnerde me eraan dat de natuur vaak het best te zien is vanaf een motorfiets. In de auto kun je niet zo in de belevenissen opgaan als op de motor.


Op weg naar het dorp Lochinver via de North Coast 500-route aan de westkust van Schotland

Al snel ga ik verder over de Skye Bridge naar Portree met de haven en cafeetjes; ik word begroet door buitengewoon warme lucht en maakte een tussenstop voor een drankje.

De motor brult de Bealach na Bà op. De bergrit wordt gedomineerd door een donkere majesteit en hoe hoger ik kom, hoe meer mijn hele lichaam trilt, tot ik eindelijk de top bereik en weer afdaal naar Applecross.

Viswinkel op het schiereiland Wirral bij Birkenhead

Durness naar Hull

Een lauwe wind waait rond de ruige heuvels bij Loch Eriboll aan de noordkust van Schotland, waar de cottages zo geïsoleerd zijn dat ze zelfs hun eigen postcode hebben. De uitzichten zijn indrukwekkend en het dunbevolkte gebied – ja, het gebrek aan mensen zowaar – laten het landschap er onheilspellend uitzien – nergens anders in Groot-Brittannië is dat zo aangrijpend als hier.


Typisch aanzicht van de Schotse kust

De weg, maar net een auto breed, slingert langs de kust van een loch of langs de zee, de kleur is donkergrijs. Sterke tegenwind dwingt me om tegen te sturen. De bomen glijden langs, terwijl ik in de bochten steviger moet sturen. Het regent pijpestelen en de vlakke vallei ten oosten van Durness verandert in een waterplas.

Je kunt veel hebben, maar liever niet alles tegelijk. Terwijl je de landengte van Tongue afrijdt, moet je je vanwege de smalle weg goed op het rijden concentreren, terwijl je tegelijkertijd het zout van de zee op de lippen proeft.


Op weg naar Durness, in de noordwestelijke punt van Schotland

In Bettyhill leidt een bord van een café me naar een klein dorp met een paar huizen dat slechts een paar velden verderop ligt en uitzicht biedt op de Orkneyeilanden. De toppen van de coniferen zwaaien tegen een achtergrond van felle aardekleuren, waardoor het land breder lijkt. Het cafeetje ziet er van binnen gezellig uit, wat wordt benadrukt door de schappen vol zeldzame whisky- en gin-variëteiten.

John o' Groats is ijzig, nat, winderig, smerig – en leeg. In de Hooglanden staan de koeien als silhouetten stil aan de steile afgrond. Maar ik rijd hier met mijn bike om het gevoel te krijgen dat ik leef. Ik wil alles voelen wat ik kan voelen. Ik wil vandaag moe worden en morgen weer. Ik wil mijn eten aan de kant van de weg koken en in een tent slapen – warm in mijn slaapzak gewikkeld tegen sterke wind en regen. Langs de kust van Northumbria rijd ik over zijwegen langzaam naar de haven van Hull.


Zijstraatje in Chester, Noordwest-Engeland (l.)

Hull naar Christchurch

Toen de Humber Bridge werd gebouwd, werden de brugpijlers verbonden met de langste enkele brugboog ter wereld. Twee kilometer van oever naar oever en ik – in een klamme nacht boven de monding – vecht tegen een harde zijwind die de kou van de stormachtige zee het land op blaast.

Rond om de Wash tot aan Norfolk verloopt de route langs velden met gerst, maïs en tarwe rechtuit met 90-gradenbochten die eruitzien alsof ze in een wiskundeles zijn gepland. Mijn bike zet koers onder de wijde hemel, de parallelltwin brult. De grote Valentino Rossi zei ooit dat motorrijden een kunst is – iets wat je doet omdat je iets in je voelt. Als ik elke avond weer op een nieuwe plek aankom, ben ik het gelukkigst.

Als je naar de afstanden kijkt, is Groot-Brittannië eigenlijk een Klein-Brittannië. Als natie hebben we ons eigen begrip van afstand dat voortkomt uit het idee van Groot-Brittannië als eenzaam eiland in de uitgestrektheid van de open zee. Een oponthoud aan de kust bevestigt die traditionele aanschouwing.


Gezellige pub in Sandwich in het graafschap Kent

Christchurch naar Aberystwyth

Engeland is een vlak, grijs, modderkleurig land op een eiland, waar het maar zelden zomer is. Het is geen Toscaanse droom, maar als het dan toch opeens warm wordt, doen de groene en blauwe kleuren en de levendige weelde denken aan een grote tuinderij. In het zuiden is de kust soms ongelooflijk mooi, maar je komt maar langzaam vooruit, omdat te veel auto's er te weinig ruimte hebben. Ten tijde van corona maakt niemand verre reizen. Grote mensenmenigten proberen – net als ik – weer contact te maken met de omgeving en weer zorgeloos te zijn.

Terwijl het zuiden van Devon een buitengewoon mooi gebied is, een mooi eiland, maar door de geografische ligging toch beperkt, is er helaas nauwelijks een gebied dat niet verdeeld en in particulier bezit is. Omdat de weg pas na Plymouth weer langs de kust verloopt, rijd ik via Looe, Fowey en Lizard Point naar Land's End.

Ik kan me nog herinneren dat de kust van Groot-Brittannië een paar jaar geleden nog saai, vervallen en verwaarloosd was, een eigenaardig toevluchtsoord. Devon is op zekere hoogte nog steeds zo shabby-chic, ietwat schunnig met oppervlakkige glans, maar op een zonnige dag is het prikkelend.

Soms gaat het bij avonturiers om het rijden zelf, soms om het weer of misschien de besluiteloosheid, maar voor mij gaat het bij het motorrijden altijd om het vinden van plekken en mensen die zo interessant zijn dat ze me nog een week lang blijven inspireren. Ik rol door de smalle straatjes, de heggen worden lager, het verkeer wordt rustiger. Bij het Kanaal van Bristol kom ik weer terug aan de kust, waar ik een nachtje bij mijn nieuwe vriend Dr. Paddy Hook, een briljante voormalige technicus van de motorracelegende Kevin Schwantz, blijf logeren. Hij noemt zijn nieuwste motorontwerp 'No Compromise – The Spirit of Semtex' en liet het model niet spuiten, omdat de lak volgens hem te zwaar is.


De beroemde windmolen van Chillenden, Kent

De industriestad Port Talbot in de regen is een verfrissende afwisseling van de pracht van het zand en de zee. Met de goedkope pubs, Indiase restaurants en nagelstudio's is deze plaats net als Barrow in het Lake District, het achterland van Dundee, Immingham en Merthyr als het ware het tegenovergestelde van wat men zich zou voorstellen van de Britse kust.

Ik ben met mijn snelle Ténéré 700 alweer bijna thuis en dat op een weg waar het net Russische roulette is als je er met hoge snelheid overheen jaagt. Door de hoge heggen kun je niet snel rijden, dus je hoeft de toerenteller op deze kustweg niet per se tot in het rode gedeelte te pushen. In plaats daarvan verbindt de kustweg meestal onbekende dorpen met grotere plaatsen waar dingen worden verkocht om gaten op het strand te graven, of dingen om op te blazen om de zee mee op te drijven. Voeg daar nog fish & chips en veel verbrande mensen aan toe – het is mijn laatste dag. Ik ben uitgeput. Ik kan er niet genoeg van krijgen. Kan ik dat vóór het avondeten allemaal nog een keertje doen?


Nick Sanders

Nick Sanders is een professionele motoravonturier. Hij werd bekend door zijn rondreizen over de hele wereld. Hij is al zeven keer met zijn motorfiets de wereld rond gereden en heeft het record van 19 dagen.

Nick is ook al acht keer rond het hele Amerikaanse continent gereden en heeft het record voor de op één na snelste rit binnen 21 dagen en 8 uur. Na een miljoen kilometer op de motorfiets en twee keer op de fiets de hele wereld rond te zijn gereden, ontving hij in 2020 naast Joey Dunlop, Jonathan Rea en Carl Fogarty een MBE-onderscheiding in de lijst van de Queen's Birthday Honors.

In zijn geboorteplaats Machynlleth organiseert Nick regelmatig het MACH-festival, een groot feest met hoogwaardige livemuziek voor motorliefhebbers. De volgende editie staat gepland voor 25 t/m 28 augustus 2022.

Meer informatie op www.nicksanders.com



Touratech Copyright © 2020